Lees en Tel Mee – van woord naar daad?
13 mei 2025
Op 16 april is de derde editie van Lexima’s conferentie Lees en Tel mee. Een toonaangevende conferentie over taal- en rekenonderwijs. Thema deze keer is: Hoe focus leidt tot betere resultaten. Hildegonde Mostert is erbij namens de Werkgroep Onderwijs van Impuls & Woortblind. Ze ziet een wonderlijke mix van vasthouden aan traditie en openstaan voor verandering.
Tekst: Hildegonde Mostert
Mijn vraag voor deze dag is: in hoeverre hebben de makers van lees- en rekenmethodes inmiddels oog voor de behoefte van het neurodiverse brein? De dag begint hoopvol, met een aantal sprekers die de vinger op de zere plek van het huidige onderwijs leggen.
Welke focus wil je leggen?
Wetenschapsjournalist Mark Mieras maakt in zijn plenaire opening van de dag een belangrijk punt over het aanbrengen van focus. Hij constateert dat het didactisch handelen van de leerkracht onder druk staat door de focus op opbrengstgericht werken. Dit legt de nadruk meer op de meetbare resultaten die volgens de gebruikte onderwijsmethode behaald moeten worden, dan op het volgen van de daadwerkelijke leerontwikkeling van een kind. Hierdoor is er weinig ruimte voor variatie in de aanpak, bijvoorbeeld omdat sommige leerlingen daarmee beter tot leren te komen.
Met een focus op meten, zo stelt Mieras, is er bovendien minder aandacht voor de opbrengsten die niet meetbaar zijn. Zoals de ontwikkeling van zelfvertrouwen, wat een essentiële voorwaarde is voor het verder leren en ontwikkelen van een kind.
Vanuit de vele ervaringen die we binnen Impuls & Woortblind hebben, weten we maar al te goed hoe al vroeg in de schoolloopbaan het zelfvertrouwen van kinderen deuken oploopt wanneer er wordt vastgehouden aan de voorgeschreven details van de methode. Het is duidelijk dat een klas bestaat uit veel verschillende leerlingen, waarbij een deel zal floreren binnen het aangeboden materiaal, maar een deel ook niet. Een belangrijk onderdeel van de professionaliteit van leerkrachten is dat ze kunnen herkennen waar de methode niet aansluit bij het kind. Het pleidooi van Mieras is om vervolgens niet net zo lang te proberen totdat het kind wel door het poortje past, maar vanuit de professionaliteit van de docent te durven afwijken van de methode. Om een manier te vinden om de leerling te voeden en uit te dagen, zodat die de leerstappen wel kan maken. Met andere woorden: professioneel ongehoorzaam te zijn aan de methodes om te komen tot het beste leerresultaat voor elke leerling.
Luister ook naar een podcast met Mark Mieras over dit onderwerp
Prikkel het willen leren van een kind
Jason Frederick van Eunen daagt de deelnemers vervolgens uit met aandacht voor nieuwsgierig denken. In zijn bijdrage laat hij zien hoe je nieuwsgierigheid eenvoudig kunt prikkelen, waardoor leren natuurlijker wordt en aansluit bij de meest kansrijke basis voor leren: intrinsieke motivatie. Hiervoor heeft hij veel praktische toepassingen gemaakt die in de klas gemakkelijk te gebruiken zijn, zowel bij taal als bij rekenen. Deze toepassingen zijn over het algemeen ver te zoeken in alle materialen die in de lees-, spellings- en rekenmethodes worden aangereikt. Maar wel van wezenlijk belang om betrokkenheid van leerlingen te stimuleren. Wat mij betreft stuk voor stuk praktische voorbeelden om professionele ongehoorzaamheid, zoals Mark Mieras deze benoemt, vorm te geven.
Omgaan met toenemende verharding
Gedragsspecialist Bart Heeling neemt een andere belangrijke voorwaarde voor leren onder de loep: veiligheid. In De Staat van Onderwijs 2025 wordt het signaal afgegeven dat de verharding in omgang van leerlingen onderling toeneemt. Er worden meer incidenten gemeld, met een groeiend aandeel jonge leerlingen en toenemende ernst van de incidenten. Gedrag in de klas/in de groep geeft in toenemende mate stress zowel voor leerlingen als voor docenten.
Heeling constateert dat de focus verlegd moet worden om tot een oplossing te komen: gedrag gaat niet over het kind/de leerling, gedrag gaat over de professional. Hoe reageert de professional op het gedrag van de leerling – ben je in staat een bijdrage te leveren aan het reguleren van gedrag, herken je de verschillende vormen van omgaan met stress. En kun je daarmee omgaan. Daarvoor is het belangrijk te weten wat de effecten zijn van stress en trauma. Hoe kun je kijken naar gedrag en het effect dat dit op jouw heeft? Hoe kun je helpen gedrag te reguleren, bijvoorbeeld met behulp van geweldloze communicatie?
Het is goed om te ervaren dat dit soort inzichten er zijn om het onderwijs voor alle leerlingen beter toegankelijk te maken. Nu nog zien dat het onderwijs ze oppakt.
Lichtpuntjes
Helaas kan ik door omstandigheden de middagsessies van verschillende onderwijsexperts niet bijwonen. Ik heb wel tijd om de informatiemarkt te bezoeken. Ook daar zie ik wat lichtpuntjes. Een mooi initiatief is bijvoorbeeld de methode Actief Leren Lezen. De opzet van deze methode heeft andere uitgangspunten dan de standaard methodes Veilig Leren Lezen en Lijn 3. Ook Rezulto, met een andere kijk op woordenschatontwikkeling en Zien in de klas met een uitgave ‘Wijzer in leren’ reiken waardevolle inzichten aan. Verder zijn in de klas toch vooral de bestaande methodes nog steeds dominant aanwezig. Wat weer minder hoopvol stemt over de werkelijke veranderbereidheid bij de makers van methodes die onze kinderen anno 2025 aan het lezen en schrijven moeten krijgen. Al onze kinderen, dus ook de kinderen met vorm van neurodiversiteit.
Nog veel werk te doen
Om terug te komen op mijn vraag aan het begin: in hoeverre hebben de makers van lees- en rekenmethodes inmiddels oog voor de behoefte van kinderen met een neurodivers brein? Aan de ene kant lijkt hier zeker sprake van. Dat Lexima sprekers uitnodigt die pleiten voor minder focus op resultaten meten, meer focus op de autonomie voor de docent en meer focus op aansluiten bij de nieuwsgierigheid van leerlingen, is veelzeggend en positief. Tegelijkertijd is organisator Lexima ook de ontwikkelaar van interventieprogramma’s als Bouw!, voor kinderen die wat extra hulp nodig hebben om tot lezen te komen. Ook Bouw! is gebaseerd op traditionele uitgangspunten. Het biedt daarmee weinig extra middelen aan kinderen die vastlopen op de auditieve focus van het reguliere leesonderwijs.
Mijn conclusie van deze dag: er is een groeiend besef dat er iets moet veranderen in de manier waarop we nu alle kinderen door dezelfde onderwijsmal willen duwen. Maar de daad bij het woord voegen is nog een te grote stap. Daar is nog veel werk te doen, waar we vanuit Impuls & Woortblind en ervaringsdeskundigheid een bijdragen aan kunnen en moeten leveren.