Toegankelijk onderwijs - waar heb je recht op?

En wat kun je zelf doen als neurodivergente student?

Op welke voorzieningen heb je recht in het hoger onderwijs als je ADHD, autisme, dyslexie, dyscalculie of een combinatie van deze vormen van neurodiversiteit? Waar moet je heen en aan wie moet je wat vragen? En wat kun je zelf doen? In dit artikel krijg je antwoord op al deze vragen.

Tekst: Lise Visser

Lise heeft ADHD en autisme. Ze heeft geschiedenis gestudeerd en geeft in dit artikel tips over het krijgen van voorzieningen gebaseerd op haar eigen ervaring en onderzoek.

Wat zegt de wet?

De Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) stelt dat hoger onderwijs toegankelijk moet zijn voor iedereen die de vereiste vooropleiding bezit. Wel mag er een eerlijke en doelmatige selectieprocedure toegepast worden. Dat gebeurt vaak bij de zogenaamde numerus fixus-opleidingen, waar meer aanmeldingen dan plekken zijn, maar dit kan ook bij opleidingen zonder numerus fixus zijn. Dit zijn vaak lotingen, maar opleidingen kunnen ook vragen om je cijferlijst of een motivatiebrief. Ook mogen ze op basis van persoonlijkheid beoordelen of je geschikt bent voor de studie. Dit doen ze vaak via een gesprek of een test. Dat klinkt spannend en dat is het ook. Daarom is het belangrijk om te weten dat je altijd bezwaar mag maken op de uitkomst van de selectieprocedure. Hiervoor neem je contact op met de onderwijsinstelling waar je de studie wil volgen.

Selectieprocedure terzijde, met het juiste diploma kan je volgens de wet gewoon studeren. Ook als je een neurodivers brein hebt. Mooi gezegd, maar moeilijk om in de praktijk voor elkaar te krijgen. Iedereen is anders. Het bestaan van mensen met functiebeperkingen (zoals ADHD, dyslexie en dyscalculie), (chronische) ziektes en handicaps is een feit. Daarom moet het hoger onderwijs bepaalde voorzieningen regelen zodat iedereen ook daadwerkelijk kan studeren. Wélke voorzieningen dat zijn mag de opleiding zelf bepalen, zolang iedere student de lessen maar kan bijwonen en de examens kan doen.

Wat kan ik verwachten?

Iedere onderwijsinstelling heeft de vrijheid om zelf te bepalen welke voorzieningen zij aanbiedt. Dit wordt officieel door de examencommissie gedaan. In de realiteit zijn veel voorzieningen gestandaardiseerd en zijn docenten verantwoordelijk voor de uitvoering. Ofwel: Veel voorzieningen zijn bij ieder vak hetzelfde, maar hier kan je nooit zomaar op rekenen.

Wat moet ik nu doen?

Op de website van je opleiding vind je informatie over welke voorzieningen er worden aangeboden. Die informatie is vaak ‘goed verstopt’ op de website, maar met het zoekwoord ‘functiebeperking’ kom je vaak op de juiste pagina terecht. Daar staat welke voorzieningen er zijn en wat je moet doen om ze te krijgen.

Soms kan het zijn dat de voorzieningen die je nodig hebt niet worden aangeboden. In dat geval mag je er alsnog om vragen bij de examencommissie. Je mag dus ook zelf een voorziening voorstellen, mits die uitvoerbaar is. Het hebben van een diagnose is hierbij voordelig, maar laat je niet afschrikken als je verzoek om voorzieningen wordt geweigerd omdat je er geen hebt. In dat geval kan je een studiepsycholoog inschakelen en als die niet beschikbaar is, je huisarts of praktijkondersteuner. Die kunnen je helpen met het definiëren van je behoeften.

Als je toch in verwarring raakt, kan je altijd je mentor of decaan een mail sturen. Die kunnen je verder helpen of doorverwijzen naar het juiste contactpunt of persoon. Dit is ook wie je aanspreekt als voorzieningen niet goed worden geregeld.

Geef door wat je nodig hebt

Als je de instructies van jouw onderwijsinstelling volgt en doorgeeft welke voorzieningen jij nodig hebt, dan moet de examencommissie dit ook weten. De examencommissie moet voorzieningen die tijdens examens worden gebruikt namelijk goedkeuren. Meestal hoef je dit niet zelf bij de examencommissie te melden en loopt dit via een functionaris functiebeperking gaan. Check dit nog even voor de zekerheid bij de persoon bij wie jij ook je voorzieningenaanvraag hebt gedaan.

Nu de instelling jouw voorzieningen heeft doorgekregen, horen jouw docenten ook op de hoogte te zijn. In de praktijk is dat niet altijd zo, of ze handelen er niet uit zichzelf naar. Docenten en cursuscoördinatoren zijn vaak zelf verantwoordelijk voor het regelen van voorzieningen. Soms doen ze dat standaard, soms willen ze dat je een mail stuurt en soms vergeten ze alsnog iets te regelen.

Help de docent om jou goed te helpen

Hoe zorg je ervoor dat jouw voorzieningen er altijd zijn? Wees proactief. Lees de syllabus van ieder vak goed door, want daar staat vaak in hoe de voorzieningen geregeld zijn. Laat je docenten in de klas weten wat je nodig hebt. Stuur bijtijds een herinneringsmail en check of je antwoord krijgt! Zeker voorafgaand aan toetsen en/of examens. Dan weet je zeker dat bijvoorbeeld het stiltelokaal werkelijk geregeld is.

Er zullen altijd docenten zijn die denken dat iedere student op dezelfde manier kan werken. Er zullen altijd docenten zijn die een voorkeur hebben voor oudere werkvormen, zoals schriftelijke examens, en vergeten dat dit niet voor iedereen haalbaar is. Er zullen ook altijd docenten zijn die lomp reageren op jouw verzoeken, voorzieningen vergeten of een beperkt begrip hebben van jouw specifieke smaakje neurodiversiteit. Laat je niet afschrikken. Jij hebt recht op onderwijs zonder obstakels.

Veelvoorkomende voorzieningen voor ADHD, autisme, dyscalculie en dyslexie zijn:
  • extra tijd bij toetsen en examens
  • een rustig toets/studeerlokaal
  • begeleiding en advies van een studiebegeleider
  • andere toetsvormen, zoals op de laptop of een toets met een groter of ander lettertype of in een ander kleurcontrast. Denk aan de Dyslexie Font
  • versoepeling aanwezigheidsplicht (bij chronische pijn)
Andere voorzieningen zijn:
  • stilteruimte / prikkelarme ruimte
  • flexibel rooster
  • buddy-groepjes om samen te studeren
  • tijdsmanagement cursussen
  • een rustruimte 
Wat kan ik zelf doen?

Er zijn een heel aantal dingen die studeren makkelijker kunnen maken en waar geen examencommissie of wet voor nodig is. Je kan er simpelweg om vragen of het gewoon doen. Elke redelijke docent zal met deze verzoeken instemmen.

Dit mag je vragen, maar leg wel uit waarom:
  • of je een geschreven essay, huiswerk of toets mag typen
  • of je een papieren examen of toets in een andere kleur, lettertype of lettergrootte kan krijgen. Doe dit ruim van tevoren. Vraag het via een e-mail én in het echt
  • of je vooraan of juist achteraan mag zitten in de examenzaal
  • of een docent je niet willekeurig/onaangekondigd de beurt wil geven
Dit mag je gewoon doen, maar laat het even weten zodat je verwarring voorkomt:
  • oordopjes meenemen voor de rust tijdens examens
  • loops (geluidsfilterende oordopjes) dragen tijdens de les
  • kramp, pijn, gestrest of gewoon stervenskoud? Neem een warme kruik of pittenzak mee naar je toets of examen. In een canvastas let niemand erop
  • paracetamol of ibuprofen meenemen naar je toets of examen. Laat het doosje en de bijsluiter in je tas
Dit mag je gewoon doen:
  • een warme kruik of pittenzak meenemen naar je les
  • een wiebelkussen meenemen
  • ergonomisch schrijfwaar meenemen
  • stille, subtiele fidget toys meenemen
  • je ziekmelden nadat je een meltdown of een shutdown hebt gehad
  • docenten en instanties eerlijke feedback geven met betrekking tot toegankelijkheid, ook als ze er niet om vragen
Sluiten